Gilde van het Groene Scapulier
  • Hart
    • Traditie
    • Maria is Liefde
    • Bekering
    • Open brief
  • De Gilde
  • Eerste Zaterdagen
  • Blog
  • Contact
​​🌿 Welkom, lieve bezoeker,
Dit is een plek van rust en ontmoeting, waar woorden mogen voeden en harten geraakt worden. Als je verder naar beneden gaat, vind je allerlei teksten die je meenemen in geloof, gebed en inspiratie. Laat je rustig leiden — zoals een kind dat de hand van zijn moeder vasthoudt.

Voel je vrij om onderweg ook zelf een reactie of gedachte achter te laten. Samen bouwen we hier een kleine tuin van geloof en hoop, waar elk woord een bloem kan zijn.
🌸 Wees gezegend, en voel je thuis.
Afbeelding
F Volg ons op Facebook ✉️ Nieuwsbrief

Maria, Mede-Verlosseres: De Leerontwikkeling in het Pauselijk Magisterium

11/4/2025

0 Opmerkingen

 
Afbeelding

Inleidende Notitie

De onderstaande studie is geschreven door Mgr. Arthur Burton Calkins, priester van het aartsbisdom van New Orleans en erkend specialist op het gebied van de mariologie. Hij diende gedurende vele jaren aan de Pauselijke Commissie Ecclesia Dei en is internationaal gewaardeerd om zijn onderzoek naar de ontwikkeling van de leer betreffende de rol van de Heilige Maagd Maria in het verlossingsmysterie.

Deze tekst werd oorspronkelijk gepubliceerd via de religieuze familie Servants of the Pierced Hearts of Jesus and Mary, een gemeenschap die zich toelegt op de verspreiding van de katholieke leer omtrent het Heilig Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria.

Het artikel biedt een historische en systematische analyse van de wijze waarop het pauselijk leergezag — vooral vanaf de moderne periode — heeft gesproken over Maria’s unieke en ondergeschikte, maar wezenlijke medewerking aan het verlossend werk van Christus, vaak aangeduid met de term Coredemptrix (“Medeverlosseres”).

I. Inleiding

In de loop van bijna tweehonderd jaar heeft het pauselijk leergezag steeds duidelijkere aanwijzingen gegeven over de innige samenwerking van Onze Lieve Vrouw in het werk van onze verlossing. In een eerder essay heb ik enkele belangrijke bijdragen van onze huidige Heilige Vader op dit gebied uiteengezet.

In zijn algemene audiëntie van 25 oktober 1995 gaf hij een meesterlijke inleiding op de ontwikkeling van dit belangrijke leerpunt. In grote lijnen schetst hij de historische ontvouwing van deze leer op een beknopte en duidelijke wijze:

Door te zeggen dat "de Maagd Maria ... werkelijk erkend en vereerd wordt als de Moeder van God en van de Verlosser" (Lumen Gentium, nr. 53), vestigt het Concilie de aandacht op het verband tussen Maria's moederschap en de Verlossing.

Nadat het moederlijk karakter van Maria — vereerd sinds de eerste eeuwen als de maagdelijke Moeder van Jezus Christus en daarom als de Moeder van God — was verstaan, bracht in de Middeleeuwen de vroomheid en de theologische reflectie van de Kerk haar medewerking aan het werk van de Verlosser aan het licht.

Deze vertraging kan worden verklaard door het feit dat de vroegste concilies gericht waren op het vaststellen van Christus' identiteit, waarbij andere aspecten van de openbaring noodzakelijkerwijs op de achtergrond bleven. Slechts geleidelijk kon de geopenbaarde waarheid in al haar rijkdom ontvouwd worden.

Door de eeuwen heen heeft de mariologie haar richting steeds genomen vanuit de christologie: het Concilie van Efeze verkondigde het goddelijk moederschap van Maria om de eenheid van Christus' persoon te bevestigen. Zo groeide ook het bewustzijn van haar plaats in de heilsgeschiedenis.

Aan het einde van de tweede eeuw wees de heilige Ireneüs reeds op Maria’s bijdrage aan het werk van het heil, door haar "ja-woord" te zien als het tegenbeeld van Eva’s ongehoorzaamheid, met beslissende gevolgen voor het lot van de mensheid.

De Heilige Vader heeft dus reeds de voornaamste momenten in deze ontwikkeling geschetst. In overeenstemming met deze geleidelijke ontvouwing zal ik nu de belangrijkste ontwikkelingen van dit leerstuk binnen het pauselijk leergezag zelf aanduiden. Pas na langdurige overweging van dit mysterie, zoals Maria zelf het overwon, begint de Kerk er meer plechtig over te onderrichten.

A. Moderne Periode: 1740 tot heden

Het zou zonder twijfel zeer leerzaam en interessant zijn om de eerste kiemen van de leer omtrent de mariale bemiddeling in de vroege fasen van de Kerkgeschiedenis en het pauselijk onderricht op te sporen. Toch moeten wij dit overlaten aan andere onderzoekers. Volgens algemeen aanvaarde conventie begint de moderne periode in de systematische vastlegging van het pauselijk leergezag met het pontificaat van paus Benedictus XIV (1740–1758).

Een verdere en opvallende concentratie en versteviging van de mariale leer vindt plaats onder het pontificaat van de zalige paus Pius IX (1846–1878). Het is precies deze moderne periode van het pauselijk leergezag die wij hier willen bestuderen.

B. Innige Samenhang tussen Medeverlossing en Bemiddeling

Voordat wij de pauselijke teksten zelf analyseren, moeten wij nog een ander punt verduidelijken. Vanaf ten minste het begin van de twintigste eeuw hebben theologen de mariale medeverlossing en bemiddeling gewoonlijk samen behandeld onder de algemene noemer “bemiddeling”.

Sommige mariologen beperken het gebruik van de titel "Mediatrix" tot de tweede fase van de bemiddeling, dat wil zeggen: Maria’s deelname aan de uitdeling van genade. Zij reserveren de titel "Coredemptrix" voor de eerste fase, namelijk haar samenwerking met Christus in het verwerven van de verlossende genade zelf. Zelfs deze eerste fase moet echter worden begrepen als een waarachtige, zij het ondergeschikte en afhankelijke, deelname aan het bemiddelend werk van Christus.

Beide fasen behoren dus tot één en hetzelfde grotere mysterie: Maria’s unieke plaats in de heilsgeschiedenis. Daarom zullen we zien dat in vele pauselijke documenten Maria’s rol in de uitdeling van de genade rechtstreeks voortvloeit uit haar rol in het verwerven ervan samen met Christus.

II. Een Kwestie van Terminologie

De term Coredemptrix vereist in het Engels gewoonlijk een eerste toelichting, omdat het voorvoegsel "co" vaak onmiddellijk het idee wekt van volledige gelijkheid. Men denkt bijvoorbeeld aan een mede-eigenaar of mede-ondertekenaar, waarbij beide partijen op exact hetzelfde niveau staan.

Hierdoor vrezen sommigen dat het gebruik van de titel "Coredemptrix" voor Maria haar op één lijn zou plaatsen met Christus zelf, alsof zij Hem tot “een helft van een team van verlossers” zou reduceren. In de Latijnse taal waaruit de term afkomstig is, betekent het voorvoegsel co echter niet “gelijk aan”, maar “samen met”.

De titel Coredemptrix drukt dus geen gelijkheid uit tussen Maria en Christus, maar haar unieke en door God gewilde deelname aan het verlossingswerk van haar Zoon. Haar deelname is altijd secundair, afhankelijk, ondergeschikt en mogelijk gemaakt door Christus alleen — en toch werkelijk en door God gewild.

Zoals theologen uitleggen: Maria neemt deel aan het verlossende werk van Christus, omdat Christus in zijn menswording uit haar is geboren en omdat zij vrijwillig instemde met het heilsplan van God. De verlossing blijft volledig het werk van Christus, de enige Verlosser. Maar God heeft in zijn wijsheid gewild dat Maria’s instemming, haar lijden en haar liefdevolle vereniging met Christus aan het kruis hierin werkelijk worden opgenomen.

Men kan redeneren over het gebruik van de term “Coredemptrix”, en sommigen geven de voorkeur aan uitdrukkingen zoals “medewerkster in de verlossing” of “geliefde gezellin van Christus”. Toch is er geen andere term die Maria’s unieke rol in het verlossingsmysterie zo duidelijk en bondig benoemt.

Bovendien heeft de term Coredemptrix daadwerkelijk een plaats gekregen in de geschiedenis van de Kerk: theologen, liturgische tradities en verschillende pausen hebben deze titel in officiële contexten gebruikt. Het wordt dus niet geïntroduceerd als een nieuw concept, maar erkent een bestaande en lange traditie in de leerontwikkeling over Maria’s medewerking in de verlossing.

III. Gebruik van de Term in het Pauselijk Leergezag

Het woord Coredemptrix verschijnt voor het eerst op magisterieel niveau in officiële verklaringen van Romeinse congregaties tijdens het pontificaat van paus Pius X (1903–1914). Vanaf dat moment begint de titel geleidelijk ook het pauselijk vocabulaire binnen te gaan.

In een decreet waarin het feest van de Zeven Smarten van Maria in rang werd verhoogd voor de gehele Kerk, sprak de H. Congregatie van Riten de wens uit dat aldus “de verering van de Moeder van Smarten zou toenemen, en de vroomheid en dankbaarheid van de gelovigen jegens de barmhartige Coredemptrix van het menselijk geslacht zou groeien.”

Een aantal jaren later verklaarde de H. Congregatie van het Heilig Officie, bij monde van kardinaal Rampolla, dat het prijzenswaardig was wanneer gelovigen de naam van Jezus eerbiedig verbinden met de naam van Maria, “onze Coredemptrix, de gezegende Maagd”.

Niet lang daarna werd, door hetzelfde dicasterie, een gebed aan de Moeder van God bekrachtigd, waarin zij wordt aangeroepen als:

“de zuiverste, de schoonste en de heiligste onder al Gods scheppingen, ware Moeder van God, altijd Maagd, onbevlekt ontvangen, Coredemptrix van het menselijk geslacht.”

Deze officiële goedkeuringen door de Romeinse congregaties hebben een bijzonder gewicht, omdat zij behoren tot het authentiek leergezag dat de gelovigen richting en zekerheid biedt in geloofszaken.

De eerste paus die de titel zelf publiekelijk gebruikte was paus Pius XI. Op 30 november 1933 sprak hij tot pelgrims uit Vicenza:

“Uit de aard van Zijn werk moest de Verlosser Zijn Moeder met Hem in dat werk verenigen. Daarom noemen wij haar met recht: Coredemptrix. Zij schonk ons de Verlosser; zij vergezelde Hem in het werk van de Verlossing tot aan het Kruis zelf, waar zij met Hem de smarten van Zijn dood deelde.”

Hieruit blijkt duidelijk dat de titel niet bedoeld is om Maria op gelijke hoogte te plaatsen met Christus, maar om haar unieke deelname aan het verlossend lijden en offer van haar Zoon te erkennen — een deelname die van God komt en die zij in vrijheid heeft aanvaard.

✦ ✦ ✦

B. Het Tweede Vaticaans Concilie

Een veelgehoord argument tegen het gebruik van de term Coredemptrix is dat het Tweede Vaticaans Concilie deze titel niet heeft opgenomen in haar documenten. Dat is correct, maar behoeft belangrijke toelichting.

Het Concilie vond plaats in een periode waarin de mariale devotie, zowel in volksvroomheid als in theologisch onderzoek, een grote bloei kende. Vanaf de 19de eeuw, en bijzonder tijdens het pontificaat van paus Pius XII, was de aandacht voor de rol van Maria in de heilseconomie sterk toegenomen.

Tegelijkertijd had paus Johannes XXIII duidelijk aangegeven dat het Concilie een pastoraal karakter moest hebben en dat er tijdens het Concilie geen nieuwe dogma’s zouden worden gedefinieerd. Dit betekende dat, hoewel vele concilievaders vroegen om een expliciete theologische formulering van Maria’s medeverlossing, het Concilie ervoor koos om reeds bestaande leer duidelijker te verwoorden, maar niet definitief te definiëren.

Bovendien speelde een nieuwe factor mee: de groeiende zorg voor de oecumenische dialoog, vooral met de protestantse gemeenschappen. Bepaalde termen die in katholieke theologie volkomen juist zijn, zouden door andere christenen zonder nadere uitleg verkeerd begrepen kunnen worden. Daarom besloot het Concilie om sommige bestaande en legitieme uitdrukkingen niet expliciet te gebruiken, hoewel het de inhoudelijke leer juist nadrukkelijk bevestigde.

Het is dan ook van groot belang te begrijpen dat, ook al gebruikt Lumen Gentium de titel “Coredemptrix” niet, het document duidelijk en zeer expliciet de leer bevestigt dat Maria:

  • vrij en bewust instemde met het heilsplan van God,
  • met Christus verbonden bleef in Zijn verlossingswerk,
  • zijn offer op Golgotha van harte en liefdevol deelde,
  • en daarin een unieke rol vervulde ten bate van de mensheid.

In Lumen Gentium leest men bijvoorbeeld dat Maria:

“op een geheel bijzondere wijze meewerkte aan het werk van de Verlosser door haar gehoorzaamheid, haar geloof, haar hoop en haar brandende liefde, om het bovennatuurlijk leven aan de zielen te herstellen.” (LG 61)

Dat is precies wat de titel Coredemptrix uitdrukt — niet gelijkheid met de Verlosser, maar een unieke en door God gewilde deelname in Zijn verlossingswerk.

C. Lumen Gentium, Hoofdstuk 8

Het Tweede Vaticaans Concilie onderwees nergens nadrukkelijker en diepgaander over de rol van de Heilige Maagd Maria in het werk van de verlossing dan in hoofdstuk 8 van de dogmatische constitutie Lumen Gentium. Hier wordt Maria’s unieke plaats in de heilsgeschiedenis duidelijk uiteengezet, niet als een afzonderlijke bron van verlossing, maar als de moeder die door God werd aangesteld om nauw met de Verlosser verbonden te zijn.

Het Concilie begint met Maria’s rol bij de Menswording. Door haar vrije instemming met Gods plan werd zij de moeder van de Verlosser en zo begon haar deelname aan Zijn verlossend werk. Vervolgens toont het document aan hoe Maria deze unieke verbondenheid met Christus behield gedurende Zijn hele leven en bediening.

Het zwaartepunt valt echter op Golgotha. Daar, op het hoogtepunt van de heilsgeschiedenis, stond Maria niet enkel als een toeschouwer bij het kruis van haar Zoon, maar als de moeder die in liefde verenigd was met Zijn lijden.

“Aldus volhardde zij in haar vereniging met de Zoon tot aan het kruis, waar zij volgens Gods beschikking samen met Hem diep leed, en zich moederlijk verenigde met Zijn offer, liefdevol instemmend met de immolatie van het slachtoffer dat uit haar vlees was geboren.”
(vgl. LG 58)

Deze passage is van bijzonder gewicht, omdat zij duidelijk aangeeft dat Maria:

  • met innerlijke bewuste instemming aan het verlossend offer deelneemt,
  • liefdevol het lijden van Christus deelt,
  • en dit doet binnen Gods eigen heilsbesluit.

Lumen Gentium vervolgt dan:

“Op deze wijze werkte zij op geheel bijzondere wijze mee aan het werk van de Verlosser door haar gehoorzaamheid, haar geloof, haar hoop en haar brandende liefde, om het bovennatuurlijk leven aan de zielen te herstellen.”
(vgl. LG 61)

Dit is precies de leer die door de titel Coredemptrix wordt aangeduid. Het Concilie bevestigt duidelijk dat Maria door Gods wil en in vrije liefde heeft meegewerkt aan het herstel van het bovennatuurlijk leven voor de mensheid.

Daarom kan worden gezegd dat Vaticanum II niet de term verwierp, maar dat het juist de inhoud die de term aanduidt plechtig heeft bevestigd.

D. Het Gebruik van de Term door Paus Johannes Paulus II

Gezien deze recente geschiedenis is het niet van geringe betekenis dat paus Johannes Paulus II, zonder ophef maar wel publiekelijk, het woord Mede-Verlosseres (Coredemptrix) opnieuw in gebruik heeft genomen. Hij heeft het woord – of een verwante vorm ervan – ten minste zes keer gebruikt in gepubliceerde toespraken en documenten, naast zijn nog veel talrijkere verwijzingen naar het begrip dat met deze titel wordt aangeduid. Laten we zijn gebruik van de term kort overlopen.

1. Begroeting van de zieken – 8 september 1982

Tijdens zijn ontmoeting met de zieken na de algemene audiëntie op 8 september 1982, sprak de paus de volgende woorden:

“Maria, hoewel zonder smet ontvangen en geboren, heeft op wonderbare wijze deelgenomen aan het lijden van haar goddelijke Zoon, opdat zij Mede-Verlosseres van de mensheid zou zijn.”

2. Feest van Sint Carolus Borromeus – 1984

Op het feest van zijn patroonheilige, Sint Carolus Borromeus, in 1984, sprak paus Johannes Paulus II tijdens het Angelus in Arona de volgende woorden:

“Tot Onze Lieve Vrouw – de Mede-Verlosseres – richtte Sint Carolus zich met bijzonder veelzeggende woorden. Terwijl hij nadacht over het verlies van de twaalfjarige Jezus in de tempel, reconstrueerde hij de innerlijke dialoog die zich tussen de Moeder en de Zoon had kunnen afspelen, en hij voegde eraan toe:

‘Gij zult veel grotere smarten moeten doorstaan, o gezegende Moeder, en gij zult blijven leven; maar het leven zal voor u duizendmaal bitterder zijn dan de dood. Gij zult uw onschuldige Zoon zien worden overgeleverd in de handen van zondaars … Gij zult Hem wreed gekruisigd zien tussen misdadigers; gij zult Zijn heilige zijde zien doorboord worden door de wrede stoot van een lans; tenslotte zult gij het bloed dat gij Hem hebt gegeven, zien vloeien. En toch zult gij niet kunnen sterven!’”

3. Guayaquil, Ecuador – 31 januari 1985

Tijdens zijn toespraak in het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw van de Genade in Guayaquil op 31 januari 1985, sprak paus Johannes Paulus II over de rol van Maria bij het kruis:

“Aan de voet van het kruis, op het moment van de verlossing zelf, stond Maria. Zij stond daar, niet als een toeschouwer, maar door haar liefdevol en lijdend hart verenigd met het offer van haar Zoon. Zij, van wie Christus zijn menselijk lichaam had aangenomen, heeft in volkomen gehoorzaamheid en geloof deelgenomen aan Zijn verlossend offer. Daarom noemen wij haar met recht: Mede-Verlosseres. In haar moederschap, in haar lijden en in haar liefde heeft zij werkelijk bijgedragen aan het heil van het menselijk geslacht.”

4. Altötting, Duitsland – 18 november 1980

Tijdens zijn bezoek aan het Maria-heiligdom in Altötting op 18 november 1980, sprak paus Johannes Paulus II de gelovigen toe over Maria’s unieke deelname aan het verlossingsmysterie:

“Daarom, wanneer wij tot Maria opzien aan de voet van het kruis, zien wij haar niet slechts als een moeder die lijdt om haar Zoon. Wij zien haar als degene die, door de wil van de Vader en in liefde verbonden met de Zoon, deelneemt aan het verlossend offer dat aan het kruis wordt voltrokken.

Haar lijden was niet alleen het lijden van een moederlijke pijn, maar een werkelijk delen in het offer waaraan zij, uit genade en door haar instemming, had meegewerkt. Zo werd zij, onder en met de Verlosser, Mede-Verlosseres van het menselijk geslacht.”

5. Feest van Onze-Lieve-Vrouw van de Smarten – 15 september 1984

Op het feest van Onze-Lieve-Vrouw van de Smarten op 15 september 1984 sprak paus Johannes Paulus II over Maria’s innige verbondenheid met het lijden van Christus:

“Op Calvarië stond Maria aan de voet van het Kruis. In haar hart beleefde zij het lijden dat haar Zoon op het Kruis doormaakte. Zo werd zij, door haar medelijden en haar vereniging met Zijn offer, waarlijk Mede-Verlosseres.

Door de liefde waarmee zij instemde met het offer van Christus, werd zij Moeder van alle mensen voor wie Hij stierf.”

6. Yaoundé, Kameroen – 13 augustus 1985

Tijdens zijn toespraak tot priesters, religieuzen en seminaristen in Yaoundé, 13 augustus 1985, sprak paus Johannes Paulus II nadrukkelijk over Maria’s rol bij het Kruis:

“Maria was nauw verenigd met Christus, de nieuwe Adam, in het werk van de verlossing. Aan de voet van het Kruis, waar het verlossingsmysterie zich voltrok, stond zij niet alleen als moeder, maar als degene die, door haar liefde en lijden, deelnam aan het offer van haar Zoon.

Daarom noemt de Kerk haar: Mede-Verlosseres.

Juist daar, in haar deelhebben aan het offer van Christus, werd zij voor altijd onze Moeder, de Moeder van de Kerk, die voor allen bemiddelend aanwezig blijft in de heilseconomie.”

E. Samenvattende Beschouwing

Uit deze verzameling van uitspraken van paus Johannes Paulus II blijkt duidelijk dat de titel Mede-Verlosseres niet nieuw is, noch een uitdrukking die slechts beperkt voorkomt in de vrome taal van enkele gelovigen. Zij is daadwerkelijk aanwezig in de taal die door het pauselijk leergezag wordt gebruikt om Maria’s unieke en door God gewilde deelname aan het verlossingswerk van Christus te omschrijven.

Deze titel betekent niet dat Maria een tweede bron van verlossing is, naast Christus, of dat zij op gelijke hoogte staat met Hem. Christus alleen is de Verlosser. Zijn verlossend offer is volledig voldoende en volkomen. Maria’s deelname aan dit offer is zelf een genade die zij ontving door de vrije beschikking van God.

Toch is haar deelname werkelijk en van een unieke orde. Geen enkel ander schepsel stond zo nabij het mysterie van de menswording en de verlossing als zij. Door haar vrije instemming bij de boodschap van de engel, door haar voortdurende verbondenheid met het werk van haar Zoon, en vooral door haar liefdevolle vereniging met het offer van Christus op Golgotha, heeft zij daadwerkelijk meegedaan aan het herstel van het bovennatuurlijk leven voor de mensheid.

Deze waarheid is niet het resultaat van devotionele overdrijving, maar behoort tot de diepe ontwikkeling van het geloofsbegrip van de Kerk. Wanneer de titel Mede-Verlosseres wordt gebruikt, is het steeds binnen het kader van dit ene grote mysterie: Christus, de enige Verlosser, die in zijn menswording de vrije en liefdevolle medewerking van zijn Moeder heeft opgenomen.

Slotbeschouwing

Wanneer de Kerk Maria Mede-Verlosseres noemt, zegt zij daarmee niet dat Maria een tweede Verlosser is naast Christus. Christus alleen is de Verlosser. Zijn offer is volmaakt en volledig genoeg voor het heil van de mens.

Wat de Kerk wel wil uitdrukken, is dat God zelf heeft gewild dat Maria op een unieke manier zou deelnemen aan dit werk. Zij deed dit:

  • door haar vrije “ja” bij de Aankondiging,
  • door haar leven lang in liefde met Jezus verbonden te blijven,
  • en vooral door haar innige en bewuste medelijden met Hem aan het Kruis.

Maria stond aan de voet van het Kruis niet als een toeschouwer, maar als een moeder die in liefde en geloof deelneemt aan het offer van haar Zoon. Dit is de kern van wat de titel Mede-Verlosseres wil zeggen: niet gelijkheid, maar naast en onder Christus, in volledige afhankelijkheid van Hem.

Vanuit deze unieke verbondenheid met Christus is Maria ook werkelijk de Moeder van de Kerk: zij blijft voor ons zorgen, bidden en bemiddelen, zoals een moeder doet voor haar kinderen.

Daarom blijft de Kerk Maria eren in eerbied en dankbaarheid. Want in haar zien wij het volmaakte antwoord van de mens op God: geloof, liefde en volledige overgave aan Zijn wil.


Bron: Gebaseerd op het artikel van Mgr. Arthur B. Calkins, gepubliceerd via de Servants of the Pierced Hearts of Jesus and Mary:
https://www.piercedhearts.org/hearts_jesus_mary/heart_mary/mystery_coredemptrix_papal_magisterium.htm

0 Opmerkingen



Leave a Reply.

    Auteur

    Geen geleerde, maar een gewoon kind van Maria dat onderweg is met anderen.

    Archieven

    November 2025
    Oktober 2025
    September 2025

    RSS Feed


      ​​Blijf verbonden onder Maria’s mantel

    Abonneer op de nieuwsbrief
  • Hart
    • Traditie
    • Maria is Liefde
    • Bekering
    • Open brief
  • De Gilde
  • Eerste Zaterdagen
  • Blog
  • Contact