Franciscus van Assisi Ontwapend: de mystieke heilige achter het cliché
Iedereen kent Franciscus van Assisi — tenminste, dat denken we. Overal staat hij als beeldje in tuinen, tussen de vogels; hij geldt als icoon van vrede of als mascotte van de groene beweging. Maar dit beeld heeft hem onschadelijk gemaakt. Wie Franciscus reduceert tot een zachte dierenvriend, mist de radicale mysticus die de middeleeuwen wakker schudde. Franciscus was geen activist avant la lettre, maar een man die in alles gelijkvormig wilde worden aan Christus. Hij leefde armoede en gehoorzaamheid, omarmde de verworpene, droeg de wonden van de Heer in zijn lichaam, en sprak met gevaar voor eigen leven over het Evangelie.
Op 4 oktober is het tijd om hem opnieuw te zien zoals hij werkelijk was: een radicale heilige, diep geworteld in kruis, sacrament en Maria. De volgende zeven pijlers helpen om het gekaapte beeld te “ontwapenen” en Franciscus terug te geven aan zijn eigen, blijvende heiligheid.
1. Bekering en Ommekeer
Franciscus begon niet als heilige, maar als koopmanszoon die droomde van roem. Hij joeg de ijdelheid na, zo vertelt zijn eerste biograaf, Thomas van Celano. Een sleutelmoment van genade brak door in zijn ontmoeting met een melaatse en in het gebed voor het kruis van San Damiano. De bekende traditie verhaalt dat hij daar de stem hoorde: “Herstel mijn huis, dat — zoals je ziet — in verval raakt.” Zijn bekering was geen vlaag van emotie, maar een totale ommekeer: hij keerde zijn oude leven de rug toe en koos voor Christus alleen. Vanaf dat moment werd zijn leven één groot antwoord op die goddelijke oproep.
Historische/hagiografische bron: Thomas van Celano, Vita Prima (13e eeuw). Een Engelse vertaling staat bij de Heilige Stoel; de passage over de vroege bekering en de omhelzing van de melaatse vind je hier: vatican.va/spirit/documents/spirit_20001103_tom-da-celano_en.html.
Franciscus (over zijn ommekeer): “Wat mij bitter scheen, werd veranderd in zoetheid van ziel en lichaam.” (Vertaling naar het Nederlands; zie Thomas van Celano, Vita Prima, over de omhelzing van de melaatse)
Deze ommekeer is de grondtoon van alle andere pijlers: Franciscus’ weg begint niet bij de vogels, maar bij het kruis — bij de ontmoeting met Christus die roept en omkeert.
2. Radicale Armoede
Franciscus’ armoede was geen romantische eenvoud of “minimalistische” lifestyle. Zij was theologisch en evangelisch: de keuze om Christus arm na te volgen. In de Regel die hij voorlegde aan paus Innocentius III, zet hij de toon onomwonden: het leven van de broeders is het Evangelie onderhouden “in gehoorzaamheid, zonder eigendom en in kuisheid”. Dit is geen sociale theorie, maar navolging: Christus arm, de leerling arm; Christus vrij van bezit, de leerling vrij van bezit. Armoede was zo getuigenis: door niets te bezitten, verkondigden zij dat alleen God rijkdom is.
Historische/hagiografische bron: H. Bonaventura, Legenda Maior (13e eeuw), over Franciscus’ geest van armoede. Een klassieke online editie/vertaling: ecatholic2000.com/bonaventure/assisi/francis.shtml. De (latere) Regula bullata is integraal te vinden bij Franciscaanse bronnen, o.a. franciscanos.org/sources/regula-bullata.html.
Regel (Franciscus): “De levenswijze van de minderbroeders is deze: het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus onderhouden door in gehoorzaamheid, zonder eigendom en in kuisheid te leven.”
Wie Franciscus tot “vriend van de natuur” herleidt, veronachtzaamt dit fundament: armoede was voor hem niet decor, maar een priesterlijk teken — een openbare belijdenis dat het Koninkrijk van God nabij is.
3. Leven als Offer (Stigmata en Lijden)
Franciscus’ weg van bekering mondde uit in een leven als offer. Boete en liefde werden zijn adem. Op de heilige berg La Verna bereikte die weg een hoogtepunt: na gebed en vasten ontvouwde zich het mysterie van de stigmata. De wonden van de Heer drukten zich in zijn vlees — niet als curiosum, maar als zegel van gelijkvormigheid. De stigmata zijn de zichtbare catechese van zijn hele leven: kruisvormig worden uit liefde.
Historische/hagiografische bron: H. Bonaventura, Legenda Maior XIII, over het visioen van de Seraf en de tekenen van de spijkers en de lans: ecatholic2000.com/bonaventure/assisi/francis.shtml. Zie ook overzichtsteksten rond La Verna en de 800-jaarherdenking in franciscaanse uitgaven.
Franciscus (groet van de deugden): “Heilige armoede overwint hebzucht en gierigheid en de zorgen van deze wereld; heilige nederigheid verslaat de hoogmoed; heilige gehoorzaamheid bedwingt alle lichamelijke en vleselijke begeerten.” (Eigen vertaling uit de “Groet aan de Deugden”)
Zijn spiritualiteit is niet spektakel, maar overgave: de deugden “ontwapenen” de zonde. De stigmata zijn daarom geen einddoel, maar vrucht: wat hij innerlijk geworden was, verscheen uiterlijk als teken.
4. Eucharistie en Gehoorzaamheid
Wie Franciscus wil begrijpen, moet zijn eucharistische eerbied en zijn kerkelijke gehoorzaamheid zien. Hij leefde niet “los” van de Kerk, maar in de Kerk. Zijn Regel legde hij voor aan de paus; zijn prediking bracht hij in gehoorzaamheid. En bovenal: de Eucharistie was het hart van zijn vroomheid. Hij vermaande broeders en priesters om de heilige gedaanten waardig te bewaren en te vereren. Geen “alternatief” kerkbeeld dus, maar liefde voor het Lichaam van Christus — in de hostie en in de Kerk.
Historische/hagiografische bron: Over gehoorzaamheid aan het pauselijk gezag en de kerkelijke orde: Thomas van Celano en Bonaventura (algemene passages over het voorleggen van de Regel). Over eucharistische eerbied: Franciscus’ eigen “Brief aan de hele Orde” en andere brieven/aanmaningen in verzameluitgaven.
Franciscus (Brief aan de hele orde): “Heel de mensheid huivere, heel de wereld sidder en juiche wanneer Christus, de Zoon van de levende God, zich op het altaar in de handen van de priester geeft.” (Eigen vertaling)
De combinatie van Eucharistie en gehoorzaamheid “ontmaskert” elke karikatuur. Franciscus is geen vrijbuiter, maar zoon van de Kerk; geen vroom gevoel, maar aanbidder van de Heer die Zich geeft op het altaar.
5. Liefde voor de Verworpenen
Franciscus’ bekering werd concreet toen hij de meest verachte nabij kwam. De omhelzing van de melaatse is het beeld van zijn hele navolging: Christus ontmoeten waar het lichaam wonden draagt en de mens is uitgesloten. Liefde voor de arme is bij hem geen filantropie, maar imitatio Christi: in de minste de Heer zelf omhelzen. Dit maakt zijn liefde scherp en teder tegelijk: radicaal en niet vrijblijvend, maar altijd warm en menslievend.
Historische/hagiografische bron: Thomas van Celano, Vita Prima, over de omhelzing van de melaatse en de resolutie om niemand af te wijzen die “omwille van God” iets vraagt. Een gezaghebbende (Engelse) tekstuitgave staat hier: vatican.va.
Franciscus (via Celano): “Hij nam zich voor nooit meer iemand af te wijzen die hem om Gods wil iets vroeg.” (Eigen vertaling uit de Vita Prima)
Wie het kruis wil dragen, moet ook de minste en meest verachte omhelzen. Franciscus deed het niet om “een goed gevoel” te hebben, maar omdat hij Christus daar vond.
6. Missionair Getuigenis
In 1219, midden in de Vijfde Kruistocht, trok Franciscus naar Egypte om de sultan al-Kamil te ontmoeten. Niet als diplomaat, maar als getuige. Bonaventura vertelt hoe hij moedig sprak over Christus en bereid was te sterven voor het Evangelie. Dit was geen vrijblijvende dialoog, maar liefde die de ander het kostbaarste wilde geven: de Heer zelf. Franciscus’ missionaire vuur is één met zijn nederigheid: vrijmoedig en zachtmoedig, standvastig en respectvol.
Historische/hagiografische bron: H. Bonaventura, Legenda Maior IX, over de reis naar de sultan en de missionaire intentie: ecatholic2000.com/bonaventure/assisi/francis.shtml.
Franciscus (uit de geest van zijn vermaningen): “Laat zij die dienen het Woord niet slechts horen, maar doen; en, nadat zij gedaan hebben, mogen zij anderen tonen wat ook zij behoren te doen.” (Vrije Nederlandse weergave; vgl. de Admonitiones)
Franciscus was geen relativist avant la lettre. Hij was getuige: iemand die spreekt uit liefde, klaar om te lijden, zonder iemand neer te slaan. Zijn missie was geen propaganda, maar zelfgave.
7. Maria en de Schepping als Lofzang
Franciscus had een innige devotie tot Maria: hij droeg kerken aan haar op, zag in haar de volmaakte leerling van Christus en vond in haar de schoot van de Kerk. In het beroemde Zonnelied klinkt dezelfde grondtoon van aanbidding. Hij bezingt broeder Zon en zuster Maan, maar steeds in de sleutel van lofprijzing: “Geprezen zijt Gij, mijn Heer, met al Uw schepselen.” De schepping is geen doel, maar venster; geen godin, maar icoon. In Franciscus mondt alles uit in lofzang: Maria, schepping, armoede, lijden — alles keert terug naar de aanbidding van de Schepper.
Bron: “Zonnelied” (Canticum Fratris Solis). Vgl. deze integrale tekstuitgave: franciscanos.org/sources/cantico.html.
Franciscus (Zonnelied): “Geprezen zijt Gij, mijn Heer, met al Uw schepselen, in het bijzonder broeder Zon… Geprezen zijt Gij, mijn Heer, door zuster Maan en de sterren…” (Eigen Nederlandse vertaling)
Wie Franciscus tot “ecologische pionier” maakt, verwisselt middel en doel. Zijn liefde voor de schepping is niets anders dan aanbidding van de Schepper, met Maria als gids en moeder.
Slot: Ontwapenen, Herbronnen en Vandaag
Franciscus ontwapenen betekent: hem teruggeven aan zichzelf. Niet reduceren tot een symbool dat we naar onze hand zetten, maar erkennen wie hij werkelijk is: bekeerde zondaar, arme broeder, kruisdrager, eucharistisch gelovige, vriend van de armen, missionair getuige, kind van Maria. Dan valt het karikatuur weg en verschijnt de heilige. Zijn zeven pijlers vormen geen losse thema’s, maar één weg: conformitas Christi, gelijkvormigheid aan de Gekruisigde in liefde.
Op 4 oktober vieren we dus geen tuinstaande mascotte, maar een mysticus die nog spreekt en uitdaagt. Zijn boodschap is geen politieke slogan, maar een uitnodiging tot heiligheid — een uitnodiging die door alle tijden heen klinkt en juist in onze tijd verlangd wordt: bekering, armoede van hart, liefde voor de verworpene, trouw aan de sacramenten, gehoorzaamheid, missionaire vrijmoedigheid en mariale overgave.
Naschrift: Voor wie vandaag bidt en werkt voor de bekering van geliefden, is Franciscus’ geest een bron van inspiratie. Zijn radicale heiligheid bevestigt dat vruchtbare apostolaten niet steunen op activisme, maar op gebed, offer, sacrament en toewijding aan Maria. In die geest wil ook de inzet rond het Groene Scapulier mensen zacht naar Christus terugbrengen — niet door druk, wel door liefde die bidt, draagt en volhardt.
Gebruikte (online) bronnen
- Thomas van Celano, First Life of St. Francis (Engelse vert.), Heilige Stoel: vatican.va/spirit/documents/spirit_20001103_tom-da-celano_en.html
- H. Bonaventura, Legenda Maior (Engelse vert.): ecatholic2000.com/bonaventure/assisi/francis.shtml
- H. Franciscus, Regula bullata: franciscanos.org/sources/regula-bullata.html
- H. Franciscus, Brief aan de hele Orde (Eng./Spa. edities en synopses): franciscanos.org/sources/letter-whole-order.html
- H. Franciscus, Zonnelied (Canticum Fratris Solis): franciscanos.org/sources/cantico.html
- Verzamelde geschriften van Franciscus (selecties/Eng.): Capuchin/CapDox: capdox.capuchin.org.au/francescanea/the-writings-of-saint-francis-of-assisi/
Opmerking: Citaten in deze tekst zijn in het Nederlands weergegeven op basis van erkende Engelse/Latijnse edities; links verwijzen naar online edities/vertalingen voor verificatie.

RSS Feed